De Fyra-enquête: grof geschut

Zondag, 11 oktober 2015

Politiek Den Haag wacht in spanning op de uitkomsten van de enquête naar het Fyra-debacle en vooral de oordelen daarover van de enquêtecommissie. Ingewijden verwachten dat het donderen wordt voor staatssecretaris Mansveld, iets waar ze zo langzamerhand wel aan gewend is. Op 28 oktober weten we hoe de vlag erbij hangt.

Duidelijk is in ieder geval het eindoordeel, dat in essentie neerkomt op ‘Dit Mag Nooit Meer Zo Gebeuren’, gevolgd door een reeks aanbevelingen en – als het oordeel erg bar uitvalt en de coalitiepartners het erover eens worden – het opstappen van de staatssecretaris. Los van de kwestie of het tot een ‘barbertje moet hangen’-oordeel komt, kun je de vraag stellen of deze enquête nu wel zo noodzakelijk was. Er is flink wat mis gegaan en het is logisch dat uitgezocht wordt hoe dat is gekomen. Dat spreekwoord van die ezel en die steen, kortom.

Maar de Kamer heeft in de verontwaardiging over het mislukken van de hogesnelheidstrein wel erg grof geschut uit de kast gehaald. Zo’n enquête doet het leuk voor de bühne, de spoorwegen zijn een onderwerp waar iedereen een mening over heeft (meestal niet zo'n beste) en het is een vorm van beschaafd leedvermaak om allerlei hooggeplaatsten voor zo’n commissie te zien schutteren.

Maar een enquête is toch wat topzwaar, omdat het in wezen gaat over het mislukken van een treindienst en de aanschaf door NS van een serie treinstellen die niet deugen. Weliswaar was het bedrijf daarbij opgejut door de politiek – laat de Kamer de eigen rol daarbij vooral niet over het hoofd zien – maar is daar nou echt een parlementaire enquête voor nodig? Een ‘gewoon’ parlementair onderzoek was waarschijnlijk net zo afdoende geweest.

Commissie-voorzitter Van Toorenburg leek bij het begin van de openbare zittingen al nattigheid te voelen toen ze de enquête en zichzelf belangrijk maakte door te stellen dat het gaat om een kwestie van acht miljard euro. Tsja, zo lust ik er nog wel een: dat is het bedrag dat vanaf het begin aan het complete HSL-project is uitgegeven. Daar is veel bij misgegaan, maar dat is al eens onder de loep genomen door de commissie-Duivesteijn. De voorzitter van die commissie liet dan ook – een beetje zuur, maar wel terecht – in het Reformatorisch Dagblad weten dat deze enquête niet nodig was geweest als de aanbevelingen van ‘zijn’ commissie indertijd waren overgenomen.

Maar goed, de enquête is gehouden en het wachten is nu op de oogst. Veel goedbedoelde aanbevelingen en wellicht een bewindspersoon die zich genoodzaakt ziet op te stappen. Als gevolg van de elf enquêtes die zijn gehouden sinds dit middel door de Kamer is herontdekt met de RSV-enquête in 1983, zijn er in totaal zes bewindslieden afgetreden. Wie volgt?






Maurits van den Toorn
Journalist en redacteur


Meest recente blogs



Meest recente foto's



Meest recente publicaties