Ombudsgestuntel

Zondag, 7 februari 2016

Het was weer een mooi stukje tv: een haastig uit de Tweede Kamer wegbenende ombudsman, achtervolgd door een verslaggever van de NOS die de grote zwijger bij zijn verdwijnen in de dienstauto pseudo-wanhopig toeriep ‘Maar u bent toch de Ombudsman?’ Weer een beeld dat goed is voor alle jaaroverzichten, een beeld dat past in het rijtje Mansveld die ProRail-topman Eringa weigert een hand te geven en – inmiddels lang geleden – een uitgezakte PvdA-fractieleider Melkert die als een bonk chagrijn tegenover Pim Fortuyn zit na het verliezen van de gemeenteraadsverkiezingen.

Kortom, het establishment zakt weer eens door het ijs. De nieuwe Nationale ombudsman heeft met kracht zitten wrijven in een door hemzelf veroorzaakte vlek. Het beeld wordt steeds ietsje grauwer naarmate er meer uitlekt – en reken maar dat er vanuit het bureau van de Ombudsman momenteel met graagte wordt gelekt. Gesol met de positie van de kinderombudsman (moet weg – mag toch nog wat langer blijven), ruzie met de ondernemingsraad over een reorganisatie en een algemeen directeur die het door alle sores voor gezien houdt.

Door al dat gedoe is alweer bijna vergeten dat Van Zutphen best sterk begon. De vorige ombudsman Brenninkmeijer was naar de mening van ‘de politiek’ wel eens wat al te ongezouten met zijn kritiek. Dat leverde hem het verwijt op dat hij activistisch bezig was; een mooier compliment kun je als hoeder van het burgerbelang tegenover de overheid niet krijgen, dunkt me. De Kamer wilde dat niet meer, maar het eerste rapport dat een half jaar geleden onder verantwoordelijkheid van Van Zutphen verscheen – over de chaos bij de PGB’s – kreeg de kwalificatie ‘snoeihard’ mee. De nieuwe ombudsman was dus bepaald niet het – mogelijk gewenste – schoothondje.

Het resultaat van de huidige heisa is dat de vraag boven de markt hangt of de ongenaakbaar ogende en regentesk optredende Van Zutphen de man is waar burgers vertrouwen in zullen hebben. Hij was voorzitter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (een magistraat, en ongetwijfeld zéér bekwaam, zou Wim Kan zeggen), maar gaat nogal onhandig om met de publicitaire gevolgen van zijn daadkracht. De formele mededeling dat de ombudsman het recht heeft zijn organisatie naar eigen goeddunken in te richten is voor een publiek ambt veel te karig. Het vervelende is dat na zo’n gênante gang van zaken alles wat de ombudsman doet geruime tijd het nadeel van de twijfel krijgt.






Maurits van den Toorn
Journalist en redacteur


Meest recente blogs



Meest recente foto's



Meest recente publicaties