Sportzomer

Dinsdag, 23 augustus 2016

Het is zowat klaar met de sportzomer. Het EK voetbal, Wimbledon, de Tour, de Olympische Spelen zijn weer achter de rug, alleen Trump versus Clinton gaat nog even door. Voor de rest kunnen we met alle ontvangsten, huldigingen, nabeschouwingen en kletsprogramma’s de tijd wel zien te overbruggen tot het winterseizoen weer begint.

Als niet-sportliefhebber ben ik de zomer ook goed doorgekomen, dank u wel. Ik ben nu alweer vergeten wie Wimbledon en de Tour hebben gewonnen. Ook de Olympische Spelen heb ik niet echt gevolgd, maar die hebben in zoverre iets exotisch dat het aardig is om eens een blik eraan te wagen, al ben ik er niet voor opgebleven. Bovendien was het nieuws rond Yuri van Gelder sowieso niet te missen. Dat nieuws is een soort uitvergroting van de totaalindruk die er over Nederland en de spelen bij me is blijven hangen: overspannen verwachtingen aan het begin, chagrijn en zurigheid aan het eind.

Want ‘we’ gingen voor meer medailles dan vier jaar geleden in Londen, en ‘we’ moesten en zouden in de medaille top tien komen. Zelfs opper-sportkenner Mark Rutte voelde dat het erin zat: 25 medailles. De premier heeft er sindsdien wijselijk het zwijgen toe gedaan (of heb ik wat gemist?), maar de chef de mission Maurits Hendriks vond de negentien behaalde medailles maar een matig resultaat. De winnaars kregen complimenten, dat wel, maar als geheel hebben ‘ze’ het eigenlijk niet goed genoeg gedaan, dat was duidelijk.

Hendriks kon maar nauwelijks z’n chagrijn verbergen bij het op het scherm en in de kranten vertellen dat het geen medaillerecord was geworden, en dat het toch wel erg jammer was, nee, onrechtvaardig eigenlijk, dat in tien gevallen Nederland op de vierde plaats was geëindigd. Nederland had gewoon récht op die medailles gehad, kon je als boodschap tussen de regels door horen. Ja, dat heb je bij sport, een kwestie van close, but no cigar. Redenen dat het medaillerecord uitbleef waren er natuurlijk genoeg: het weer, het water, het transport, het eten, enzovoort.

Het zal allemaal wel een beetje waar zijn, net zoals het waar zal zijn dat elke sporter keihard met zijn of haar eigen discipline bezig is en zich weinig van de anderen aantrekt. Het zal wel wereldvreemd zijn, maar het aardige van zo’n team lijkt mij juist dat degenen die hun prestatie hebben geleverd erbij blijven, elkaar stimuleren en collegiaal genoeg zijn om ook te juichen voor andermans medaille. Maar hoezo ‘Team NL’ als degenen die hun prestatie hebben verricht z.s.m. op het vliegtuig naar huis worden gezet? Dat was ‘niet goed gecommuniceerd’, is de enige managementspraak die ik erover heb gehoord.

Eigenlijk is het best prettig om geen sportliefhebber te zijn.




Maurits van den Toorn
Journalist en redacteur


Meest recente blogs



Meest recente foto's



Meest recente publicaties