Britse teloorgang

Donderdag, 16 juni 2016

Om met de deur in huis te vallen: nee, ik weet het ook niet – niet of een Brexit verstandig is en niet wat de uitkomst van het referendum is. Dat veel Britten vinden dat alles wat ze niet bevalt aan Europa ligt, is duidelijk. Dat ze daar ongelijk in hebben ook.

Bij een recent bezoek aan Engeland stuitte ik op een boek met de opwekkende titel The slow death of British Industry, a sixty year long suicide 1952-2012. Het is een interessant verhaal dat aantoont dat de Britse teloorgang op heel veel gebieden echt niet alleen aan ‘Europa’ ligt, of zelfs helemaal niet. Het instorten van de Britse maakindustrie – om dat niet erg fraaie woord maar eens te gebruiken – begon al veel langer geleden, zoals blijkt uit de periode die in het boek wordt behandeld.

Natuurlijk, ook in veel andere landen zijn de textielfabricage, de scheepsbouw enzovoort naar elders vertrokken, maar de eendrachtigheid waarmee de Britten hun maakindustrie om zeep hebben geholpen is onovertroffen. Zelfgenoegzame directies (‘ze kopen onze spullen toch wel’), verouderde machines, onwil om te investeren, desinteresse, incompetentie en zelfverrijking van het management, eindeloze stakingen en contraproductief overheidsbeleid (eerst nationaliseren en dan weer denationaliseren, soms meerdere keren achter elkaar) vormden een giftige cocktail die hele sectoren van de industrie fataal is geworden. Hilarisch, als het niet zo treurig was.

De harde waarheid is dat de Britten de Europese Unie en de Interne Markt helemaal niet nodig hebben gehad om hun industrie te gronde te richten. Levertijden van drie maanden – als er tenminste niet gestaakt werd – waren lange tijd de norm voor de kopers van een Hillman, Morris, Rover en al die andere ooit populaire automerken die alleen nog als klassiekers te bewonderen zijn. Een nieuwe Volkswagen of Renault stond drie dagen later al voor de deur. Met zo’n houding (‘ze kopen onze spullen toch wel’) is het niet zo gek dat de restanten van veel Britse bedrijven uiteindelijk met stoffer en blik konden worden opgeveegd. Dat Ford en Vauxhall het hebben gered en zelfs beter doen dan ooit is dan ook alleen maar dankzij de buitenlandse eigenaren en het grotendeels ontbreken van overheidsbemoeienis. En de herboren Mini doet het ook alleen maar goed dankzij BMW.

Maar ja, ga dat maar eens uitleggen aan de voorstanders van een Brexit, in het verlangen naar een niet bestaand verleden waarin ze nog in hun Austin, Sunbeam of Triumph naar de stembus konden rijden – of zich in hun Rolls Royce daarheen konden laten rijden.




Maurits van den Toorn
Journalist en redacteur


Meest recente blogs



Meest recente foto's



Meest recente publicaties